Onderzoek

Onderzoek

Annelies Lannoy

Het antieke christendom, de Oosterse Godsdiensten en de Mysterieculten in het werk van Franz Cumont; zijn denken binnen het kader van de liberale theologie en het Modernisme (Alfred Loisy)

Franz Cumont geldt tot vandaag als een van de belangrijkste godsdiensthistorici van de 20ste eeuw. Zijn invloed binnen het domein van de godsdienstgeschiedenis laat zich duidelijk aflezen uit zijn talrijke publicaties, vele recensies en de levendige correspondentie die hij onderhield met vooraanstaande Duitse, Franse en Italiaanse academici. Cumont onderzocht de heidense mysteriegodsdiensten en de religions orientales, een term die hij canoniseerde, in een periode waarin over hun vermeende relatie met de oorsprong van het christendom hevig werd gedebatteerd. Binnen de katholieke Kerk behoorde de historische studie van de christelijke wortels, aangevat door progressieve exegeten, tot de prominente oorzaken van de modernistische crisis. Cumont zelf bleef in zijn publicaties veeleer zwijgzaam over de hele kwestie; hij vermeldde het christendom slechts incidemment. De alsnog ongepubliceerde correspondentie met modernisten als Alfred Loisy verduidelijkt echter in welke mate Franz Cumont van de crise de l’origine op de hoogte was en de gerelateerde discussies opvolgde. Onze eerste intentie bestaat er dan ook in zijn opinie over het ontstaan en de evolutie van het christendom te achterhalen: hoe zag Cumont de relatie tussen christendom en de oosterse religies en mysterieculten? Sloot hij zich bij de toenmalige conceptualisering van het christendom als mysteriecultus aan? In tweede instantie willen we zijn positie binnen de eerder vermelde discussies en de modernistische crisis grondig definiëren. Hiertoe zullen we niet alleen zijn gepubliceerde monografieën en eigen artikels bestuderen, maar vooral ook de aandacht richten op de standpunten die hij enerzijds in de algemeen minder bekende recensies en anderzijds in de privé-context van zijn correspondentie heeft ingenomen.